(Recepten) boek van kranten

Vorige week schreef ik in een blogbericht dat ik een nieuw receptenboek aan het maken was.
Ik kreeg er best wat reacties op en daarom laat ik nog een keer zien hoe ik zo'n boek maak.
Je kunt het natuurlijk ook voor andere doeleinden gebruiken dan recepten...

Nu we de krant op tabloidformaat hebben, gebruik ik een krantenvel dat ik eerst dubbel plak en dan nogmaals dubbel zodat ik een A4 formaat heb dat 4 krantenvelletjes dik is.
Een paar jaar geleden scheurde ik de vellen nog, en deed ik 4 à 5 laagjes op elkaar. Je kunt er HIER over lezen.

Dan kwast ik er Gesso over; eerst de ene kant en dan laten drogen, vervolgens de tweede kant.
Als alles goed droog is, verf ik de pagina's met een rollertje of een kwast. Soms kies ik één kleur, maar het is ook leuk om twee kleuren een beetje te mengen. Dan krijg je weer een heel ander effect.

Om de bladzijden straks aan elkaar te kunnen maken, knip ik stroken stof (met een kartelschaar) die combineren met de kleur van de pagina's. Voor de lengte houd je de lengte van je pagina aan en de breedte is 4 cm.

Je vouwt de stofstrook in de lengte dubbel en je maakt er een scherpe vouw in.

Dan kun je de strook keurig om de bladzijde doen en haak je hem onder de naaimachine door. De afstand waarop je stikt komt niet zo nauw.

Bij de bladen van dit groene boek heb ik ook de bladzijden rondom doorgestikt en vond ik het leuk om verschillende steken te gebruiken die ik op de naaimachine heb. 

Vroeger deed ik dat niet, maar dan moest ik toch wel eens hier en daar wat bijplakken. 

En ik vind het eigenlijk best een leuk effect geven!

En dan komt het naaiwerk ... Ik gebruik stevig (quilt) garen en naai twee pagina's met de matrassteek aan elkaar, zie ook de foto hierboven.

Dan komen de volgende twee pagina's erbij en dan naai je om beurten deze twee bladen aan elkaar en dan weer het voorgaande blad erbij, dus door 3 ...

Zo ga je door met telkens 2 nieuwe pagina 's erbij totdat ze allemaal verbonden zijn.

Vroeger deed ik het anders en nam ik een dikke naald met een katoenen draad en die haalde ik vrij grof in één keer door alle zijkanten van de pagina's heen:

Dit kan natuurlijk ook en is geschikt voor wie wat minder geduld heeft of het priegelwerk niet ziet zitten... 

En dan kun je de pagina's gaan gebruiken... In mijn geval komen er recepten in vanuit kookmagazines die gratis bij de supermarkten liggen. 

Soms knip ik en soms scheur ik ...

Dit groene boek is vandaag gevuld met recepten en ik heb al bedacht dat het misschien leuk is om nog wat tekst toe te voegen. B.v. hoe het recept uitgevallen is... of een toevoeging die je hebt gedaan...

Of zomaar wat doedels tekenen...

Tja, en waarom zou je geen art journal maken van zo'n krantenboek?

Of een vakantieplakboek ...

Tutorial quilten en lapje afwerken

Dit bericht is een vervolg van deze tutorial.
We gaan het applicatieblokje van de kop en schotel nu quilten.
Daarvoor neem je eerst de 'rook' kringels van het patroon over op de ondergrondstof (bv met een lichtbakje of tegen het glas van een raam).
Leg dan het lapje fiberfill achter de ondergrondstof en daaronder het extra lapje. Je krijgt dan een soort sandwich.
Als je straks wilt afwerken met biasband is een stukje fiberfill van 20 bij 20 genoeg. Als je een wat bredere bies als afwerking wilt, dan kun je het fiberfill iets ruimer knippen, 22 bij 22. Je rand krijgt dan ook wat volume...

Maak de lagen aan elkaar met een paar rijglijnen. Sommige quiltsters gebruiken daarvoor speciale speldjes, maar ik doe het altijd met rijgdraden. Werk vanuit het midden en zorg dat de lagen mooi vlak op elkaar liggen.

De quiltsteekjes die we straks gaan maken zorgen ervoor dat de lagen permanent aan elkaar verbonden blijven, en het laat de vormen extra goed uitkomen. Verder kan het quilten ook nog een decoratieve functie hebben.

Kies bijpassend of juist contrasterend (quilt) garen of borduurzijde (2 draadjes) en begin aan de achterkant met twee piepkleine steekjes op elkaar ter hoogte van een rookkringel.
Bij het quilten maak je een soort kleine rijgsteek. Het beste is om deze zo vertikaal mogelijk in de stof te maken; dus van boven recht naar beneden en andersom. Het vraagt heel veel oefening om dit netjes en vlug te kunnen en het is helemaal niet erg als je een klein rijgsteekje maakt.
Als het goed is, krijgt je lapje wat reliëf als je de rook hebt gemaakt.

Hierna kun je ervoor kiezen om contourlijnen te quilten, waarbij je precies in de naad steekjes maakt.
Maar je kunt dit ook een paar millimeter verder doen, dan krijg je een randje. Net wat je zelf leuk vindt.

Als je de smaak te pakken hebt van het quilten, zou je nog extra lijnen over het kopje kunnen aanbrengen.
Je verdeelt het dan in ruiten. Zelf vond ik het leuk om er in het midden een hartje op te quilten.
Eerst even tekenen en daarna met quiltsteekjes de lagen aan elkaar. Ook nu krijg je weer extra reliëf.

Als je helemaal tevreden bent, spoel daarna je lapje uit, zodat de lijnen van de stift verdwijnen.
Potloodlijnen verdwijnen minder gemakkelijk; vaak is er een handwasje nodig, maar soms lukt het ook met een zachte gum of een stukje kneedgum of witbrood...

Nu moet je een keuze gaan maken of je biasband of reepjes stof gaat gebruiken voor de afwerking.
Als je kiest voor een pannenlap kun je heel goed biasband gebruiken. Wil je er een klein quiltje van maken, dan zijn reepjes stof mooier.

Bepaal de precieze maat van je werkje en zet spelden in de hoekjes, waarbij je ongeveer 7 mm stof aan de randen voor de naad moet reserveren.

Biasband
Leg het biasband open en met de goede kant op de goede kant van je werk. Zet speldjes in de vouwnaad (1).
Laat de hoekjes (2) rond lopen. Naai in de vouw; dit kan met de hand of machinaal. Als je met de hand naait, kun je het beste twee rijgsteekjes maken en dan weer een stiksteekje.

Als je helemaal rond bent, leg je de uiteinden over elkaar en sla je het laatste stukje met een klein naadje terug zodat het netjes wordt afgewerkt.

Vouw het biasband om naar de achterkant en zet speldjes. Daarna kun je het tegen het stiksel aanzomen.

Reepjes stof

We maken een hele eenvoudige omlijsting, zonder verstekhoekjes; dat wil ik jullie niet meteen aandoen!

Knip 2 reepjes stof van 6 cm breedte en 20 cm lengte.

Knip 2 reepjes stof van 6 cm breedte en 27 cm lengte.

Bepaal of je de korte strookjes aan de boven- en onderkant wil hebben, of juist aan de zijkanten.

De werkwijze is verder hetzelfde.

Speld de korte reepjes aan twee tegenovergestelde zijden van je lapje en naai ze vast (met de hand = twee rijgsteekjes + een stiksteekje, of met de naaimachine).

Als deze strookjes vast zitten, strijk je met je vingers de naadjes naar de rand toe. Daarna speld je de lange strookjes aan de andere zijden vast, waarbij je meteen ook de korte reepjes vast speldt. 

Naai nu ook de lange stroken vast. Je quiltwerkje is nu helemaal omlijst. 

Vouw nu de strookjes naar achter en bepaal wat je een mooie breedte van de rand vindt. Je kunt een beetje spelen met de hoeveelheid stof die je voor de inslag neemt.

Vouw het hoekje ook meteen naar binnen en zet rondom speldjes. Eventueel de omslag rijgen. Hierna kun je de rand lichtjes strijken en tenslotte zoom je de omgevouwen rand aan de achterkant vast.

Verwijder alle rijgdraden ... en je quiltje is klaar !!!

Appliceren ... een keertje proberen?

foto van Quickquilts

Zoals beloofd een tutorial van een eenvoudige applicatie, die met de hand gemaakt wordt.
We gaan een kop- en schotel appliceren en we maken daarbij hoekjes en lichte rondingen.
Het oortje is het lastigst, maar met een beetje oefening lukt het vast!

Wat heb je nodig?
- een lapje ondergrondstof van 20 x 20 cm
- 2 of 3 verschillende restjes dessinstof
- verdwijnstift (of hb potlood of kleermakerskrijt)
- naaigaren in de kleur van de dessinstof, mag ook wat fletser van kleur zijn
Voor de afwerking:
- stukje fiberfill van 20 x 20 cm / 22 x 22 cm
- extra lapje stof van 20 x 20 cm voor de achterkant
- eventueel rijggaren
- bijpassend quiltgaren of borduurzijde
- 4  reepjes stof voor de afwerking (ongeveer 6 x 23/27 cm) of bijpassend biasband

Het patroontje komt van Quickquilts en kun je als pdf downloaden.
Op blad 2 vind je de patroondelen op ware grootte.
Knip template A, B en C afzonderlijk uit en maak een keuze uit de dessins voor elk patroondeel.
Neem de omtrek over met de verdwijnstift en knip de patroondelen met 7 mm extra stof rondom uit.
Je kunt ze ook wat ruimer uitknippen en later bijknippen op 7 mm zoom. Zelf vind ik dat prettig werken.

Bepaal waar de patroondelen op de ondergrond moeten komen. Houd ook rekening met de "rook" die later boven het kopje wordt gemaakt.

Begin met het oortje en maak kneepjes met je vingers over de buitenste ronde lijn en zet speldjes ...

Zet deze ronding met kleine steekjes vast, waarbij je zoveel mogelijk loodrecht van de bovenkant naar beneden steekt en aan de achterkant weer schuin naar boven steekt. Op deze manier zie je het minst van het garen. Ik heb bij deze tuut wit garen gebruikt en daarmee zie je de steekjes goed. Lichtroze garen was veel beter geweest!

De uiteinden van het oortje komen straks onder het kopje te zitten en daarom kun je het uitstekende stukje gewoon laten voor wat het is.

Maak dan hele kleine knipjes voor de binnenronding, maar knip net niet tot de lijn!
Knijp en vouw met je vingers de zoon naar binnen en zet speldjes. Om de stof goed naar binnen te duwen kan een prikkertje gemakkelijk zijn.

Zet vervolgens ook de binnenronding met kleine steekjes vast. 

Vouw de boven- en zijrandjes van het kopje om en speld ze vast.

Zet dan het kopje ook met kleine steekjes op de ondergrond vast. De onderzijde kun je overslaan.

Als laatste appliceren we het schoteltje. Vouw de lange bovenkant om, spelt vast en maak kleine steekjes tot de hoek:

Vouw het zijnaadje om en duw met de prikker het zoompje naar binnen:

Vouw het onderzoompje om, speldt het vast en appliceer weer met kleine steekjes op de ondergrond en ga zo verder totdat het schoteltje rondom vast zit.

Je applicatie is nu klaar, maar we gaan ook nog quilten!
Binnenkort het vervolg van deze tutorial, maar dan over quilten en de afwerking...

Tutorial haakblokken aan elkaar en de rand

Zoals beloofd laat ik jullie nog zien hoe je op een leuke manier de haakblokken aan elkaar kunt maken.
Je kunt ze natuurlijk gewoon aan elkaar zetten met een overhandse steek, maar ik deel graag het idee van Ariadne met jullie...

Zelf vond ik het handig werken om eerst te bepalen in welke volgorde ik de blokken wilde plaatsen.
Daarna maakte ik banen, zie de werkwijze hieronder....
En tenslotte maakte ik de banen aan elkaar.

Je haakt een koordje van lossen dat ruim twee keer zo lang is als de breedte van een haakblok. Het begin en uiteinde van je koordje nog niet afwerken....

Haal het uiteinde door een borduurnaald en trek je koordje tot aan het begin door de eerste maas van je blokje, dat met de goede kant naar boven ligt.

Leg het blokje dat je er boven wilt hebben op z'n plaats en ga met de borduurnaald door de eerste maas van dit blokje en ga meteen achterlangs door naar het andere blokje waar je in de tweede maas weer naar boven komt.

Ga op bovenstaande manier door; je werkt overhands de blokken met het koordje aan elkaar. 

Zorg ervoor dat je regelmatig aantrekt. 

Als je twee blokken aan elkaar hebt gemaakt, kun je de omslagen van het koordje nog netjes verdelen al naar gelang je ruimte hebt. Soms is het koordje net iets te kort of te lang...

Werk daarna de draaduiteinden weg in de zijkant van het blokje; het koordje zit dan meteen definitief vast.

Verwerk op deze manier alle blokken tot banen.

Dan ga je de banen aan elkaar maken door het haken van een heel lang koord van lossen; ruim twee keer zo lang als de lengte van je baan.

Het is handig om daarna vanuit het midden van een baan het koord door de mazen te werken. Je kunt daardoor ook gemakkelijker de ruimte verdelen. De werkwijze is precies eender als hierboven bij de afzonderlijke blokken.

Tenslotte volgt de afwerking van je dekentje. Ik ben begonnen met een toer vasten rondom te haken.

Op zich was ik toen al tevreden over het resultaat. Maar uit nieuwsgierigheid probeerde ik toch nog een heel eenvoudig schulprandje uit....

En eigenlijk vond ik dat toch wel leuk staan! 

Ik ben benieuwd naar jullie afgewerkte dekentjes en zou het heel leuk vinden om ze t.z.t. te zien!

Gele sokjes Anemoon ... (tutorial)

Jullie hebben vast wel eens gemerkt dat ik van ajour houd. En dat vind ik ook heel leuk voor een babysokje, lekker nostalgisch en romantisch... Er zijn alleen niet zo heel veel van die ajourpatroontjes in babysokjes.
Uit mijn breirollen heb ik een klein ajourpatroontje gekozen en dat heb ik verwerkt in deze gele sokjes.
De instap waar normaliter een boordje wordt gebreid is nu met dit ajourpatroontje gebreid, evenals de wreef.

Deze sokjes heb ik zelf ontworpen en ik heb het patroon uitgeschreven. Natuurlijk kwam de ervaring met de vele andere gebreide sokjes me daarbij goed van pas.

Gele sokjes Anemoon

											15
				O	∆	O					13
			O	/		\	O				11
		O	/	O	∆	O	\	O			9
	O	/	O		∆		O	\	O		7
		O			∆			O			5
	O				∆				O		3
											1
R	R	R	R	R	R	R	R	R	R	R

R = ribbelsteek (recht)

O = omslag

∆ = rechte dubbele overhaling (1 st. afhalen, 2 st. recht samen breien, afgehaalde st. er over heen halen)

/ = 2 st. recht samenbreien

\ = rechte eenvoudige overhaling (1 st. afhalen, 1 st recht breien, afgehaalde st. er over heen halen)

□ = recht

Alle teruggaande/even naalden worden averecht gebreid en staan niet op het schema.

BOORDJE

Zet 41 steken op met naald 2,5 of 3 en brei 1 naald recht, zoals aangegeven in het schema.

1 t/m 16: brei in ajourpatroon zoals in bovenstaand schema wordt aangegeven, herhaal daarbij steeds de steken binnen de vetgedrukte lijnen.

17: alle steken recht (r) breien

18: alle steken averecht breien

19: 1r – (2 r.sbr – 1 omslag) herhalen tot einde van de naald. Dit is de gaatjestoer.

20: alle steken 41 av. breien

21: alle steken r. breien

22: alle steken av. breien

WREEF

23: brei 15 steken recht en laat deze vanaf nu rusten, brei de volgende 11 steken ook recht (die vormen de wreef), laat de laatste 15 steken weer rusten. (zie foto met blauwe draadjes als steekmarkeerders)

24 t/m 38: ga verder met het ajourpatroontje vanaf naald 2 (teruggaande av.) t/m naald 16 met de middelste 11 steken. De laatste naald is av. en brei je aan de achterkant.

39: 11 steken r.

40: 11 steken av.

41: 11 steken r., neem met de linkernaald 9 10 steken op aan de zijkant van de wreef, brei deze ook recht, en brei vervolgens ook de laatste 15 wachtende steken recht.

42: 36 steken av. (15+10 +11), dan aan de andere kant van de wreef ook 9 10 steken opnemen met de linkernaald en deze vervolgens av. breien, brei ook de andere 15 wachtende steken av. Je hebt nu 39 steken totaal.

ZIJKANT

43 en 45: alle steken r.

44 en 46: alle steken av.

47: alle steken brei je diep (vanuit de vorige toer) en dubbel gedraaid recht (zie foto’s).

pak de steek vanuit de vorige toer eronder ...

..

* steek op linkernaald en bij beide achterin steken...

Verduidelijking: zet de steek naast de steek die je wil gaan breien op de linkernaald, en steek dan de rechternaald gedraaid in beide steken en brei ze samen recht zodat je een verdikking krijgt aan de achterkant en aan de voorkant zie je een effect-steekje.

je ziet al een klein beetje het effect ....

Als je dit niet ziet zitten, dan kun je deze naald ook gewoon recht breien!

48: brei alle steken averecht (als je toer 47 gewoon recht hebt gedaan, kun je toer 48 ook recht breien, dan krijg je nl. een ribbelje als overgang naar de zool..)

ZOOL

In de volgende naald maak je opnieuw een verdeling met 24-11-24 steken (zie foto hierboven). Je breit de zool met de middelste 11 steken (en laat aan beide zijden 24 steken wachten), maar aan het einde van iedere naald brei je de laatste steek van de 11 samen met de eerste steek van de wachtende steken. Dit doe je totdat er aan beide kanten nog 5 wachtende steken over zijn.

49: brei eenmalig de eerste 24 steken recht, en dan nog 11 steken recht voor de wreef en keer het werk om.

50: brei 10 steken averecht, en de 11^e steek brei je av. samen met de eerste van de wachtende steken. Draai om.

51: brei 10 steken r. en de 11^e steek recht gedraaid samen breien (zoals bij de effectrand, zie foto met *)  met de eerste van de wachtende steken, draai om.

Herhaal toer 50 en 51 net zolang totdat je aan beide kanten nog maar 5 wachtende steken over hebt. Brei de laatste 5 steken ook. Kant dan in de volgende naald alle steken af.

Zet de hielnaald en het laatste stukje van de zool netjes vast, werk de draadjes onzichtbaar weg. Haak of draai een koordje en haal dit door de gaatjestoer. Een lintje kan ook heel leuk staan. Maak het tweede sokje op dezelfde manier.