Thema bloemen

De komende weken staan voor mij in het teken van "bloemen". Het lijkt me leuk om vanuit een thema bezig te zijn. Bovendien is het lente en komen de eerste bloemetjes overal weer tevoorschijn. Ik kan daar erg van genieten.

Wat kun je hier verwachten?

     *  granny squares met bloemmotieven

     *  heel veel verschillende kleine bloemetjes om te haken

     *  toepassingsmogelijkheden voor deze bloemetjes

     *  madeliefjesblok voor het meebreideken

Vandaag geef ik een gratis patroontje weg voor een opgerolde bloem. Het is een opgerolde roos, die ik gehaakt heb met wat dikkere katoen en haaknaald nr. 4. Je kunt ook een dubbele draad gebruiken bij dikkere katoen.

Opgerold cremekleurig roosje

1)    Haak een ketting van 22 lossen

2)   Maak nog 4 lossen voor het 1^e d.stk, maak in de 5^e l. van je haaknaald 4 d. stk (allemaal in dezelfde l.), *sla 1 l. over en haak in de volgende l. van de ketting 5 d. stk (alle 5 in dezelfde l.), herhaal vanaf * totdat je 10 groepjes hebt van 5 d. stk.

3)   Draai het werk. Maak 3 l. (= 1^e stk), op de volgende 4 d. stk van de vorige toer haak je nu een stk, 1 v. tussen het groepje van 5 d.stk uit toer 2,* op de volgende 5 d. stk van de vorige toer haak je 5 stk, dan weer 1 v. tussen de groepjes uit toer 2, herhaal vanaf * en hecht aan het eind de draad af.

Zonnestraal granny square

Op Ravelry zag ik een leuke square, genaamd Sun Daze. Het is een ontwerp van Dayna Audirsch. Omdat ik mijn vierkantjes allemaal 11 cm wil maken, heb ik het patroontje aangepast.

Voor al mijn bloglezers hier gratis een nederlandse beschrijving van de granny op deze foto.

Zonnestraal granny square

Kleur A

1)      Haak 5 lossen en sluit met hv tot een ring. In de ring haak je 12 stk (1^e stk= 3 l), toer sluiten met hv.

2)     Hele toer: 1 stk – 1 l (1^e stk= 3l), sluit met hv.

Kleur B

3)     3 lossen op stk toer 2, nog 2 stk in 1- l. ruimte,* 1 stk op volgend stk uit toer 2, 2 stk in de volgende 1-l. ruimte, herhaal vanaf * en sluit met hv. (je hebt nu 12x3 stk)

Kleur A

4)     Op de volgende 3 stk uit toer 3 haak je nu een 3-stk groep/cluster (uitleg; bij elk stokje maak je niet de laatste doorhaling, na 3 stk heb je dan 4 lussen op je haaknaald staan en die haal je in één keer door.  Zie ook rechts op dit blog, helemaal onderaan bij video’s haaksteken), *3 l, 3-stk groep, herhaal vanaf * en sluit met hv. (er zijn nu 12 clusters van 3 stk)

Kleur B

5)     Hecht aan met hv in een 3 l. ruimte, 3 l (= 1^e d. stk), 2 d. stk, 3 l, 3 d.stk = hoek gemaakt. In de volgende 3 l. ruimte van toer 4 haak je 3 stk, op de volgende 3 stk cluster uit toer 4 haak je 1 stk, 3 l, maak weer een hoek: 3 d. stk – 3 l – 3 d.stk, sluit de toer met hv. (aan elke zijde tussen de 3 d. stk hoeken heb je nu 7 stk gemaakt)

6)     Ga met hv. naar de 3-l. ruimte van de hoek. Haak 3 l (= 1^e stk) – 1 l – 1 stk – 2 l – 1 stk – 1 l – 1 stk,# *1 l, sla nu een stk uit toer 5 over en haak een stk op het volgende stk, herhaal vanaf * totdat je weer bij de hoek bent. Maak een hoek: 1 stk – 1 l – 1 stk – 2l – 1 stk – 1 l – 1 stk, herhaal vanaf #, sluit de toer met hv.

7)     Haak op elk stk uit toer 6 en ook in elke 1 l. ruimte een stk. In de hoekruimte: 2 stk – 2 l – 2 stk. Sluit met hv.

Kleur C of A

8)     Maak de square af door op alle stk uit toer 7 een h. stk te haken, in de hoekruimte maak je 2 h.stk – 1l – 2 h.st, toer sluiten met hv. en hecht af.

Raadseltje van donderdag... een tasje voor mijn mobiel

Wat goed dat Lies van d'Boerderie het meteen wist ! Ik had dringend zo'n hoesje nodig, want altijd was ik mijn mobiel kwijt in mijn tas. Nu draai ik even het koordje rond en vind ik hem met gemak. Het ideetje van dit tasje vond ik deze week in een boek bij een kennis. Ik heb op ruitjespapier het bloemmotief overgenomen. De maten van het tasje klopten van geen kanten en heb ik maar aangepast. Speciaal voor al mijn bloglezers heb ik het patroontje uitgeschreven...

Mobieltasje in jaquard motief

Kies 2 kleuren uit; één voor de basis en één contrastkleur voor het inbreien.

Gebruik breinaald nr. 3 of geschikte naalden in combinatie met je wol of katoen.

Zet 48 steken op met de ondergrondkleur en brei 2, 5 cm boordsteek: 2 steken recht, 2 steken averecht steeds afwisselen.

Daarna brei je 2 naalden tricotsteek; de eerste naald aan de voorkant brei je recht en de tweede naald aan de achterkant averecht.

Nu beginnen met inbreien van het motief, zie de teltekening.  Brei bij elk kruisje de steek met je contrastkleur, bij een leeg hokje brei je met de basiskleur. Laat de draad waar je even niet mee breit aan de achterkant van je werk hangen tot je hem weer nodig hebt. Zorg wel dat de draden losjes aan de achterkant lopen, trek niet hard aan.

Brei na de laatste naald van het motiefje nog 2 cm tricotsteek en tenslotte weer 2,5 cm boordsteek zoals aan het begin. Kant dan alle steken af.

Vouw je lapje dubbel en naai de onder- en zijkanten aan de binnenkant dicht met een dun draadje garen in de basiskleur of met de opzetdraad. Punnik, haak of draai een koordje en zet dit aan de bovenkant vast.

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

x

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X