Royal Cathy op 'Dinsdag dekentjesdag' (3)

Vandaag ga ik opnieuw iets laten zien over Mozaïek haken en wèer over de (af) knipmethode.
Vorige week liet ik HIER al iets over deze techniek zien. Je vindt daar o.a. een link naar de uitleg van mozaïekhaken.

Bij Mozaïekhaken werk je meestal met twee contrasterende kleuren, zodat het patroon mooi uitkomt.

Als je maar met één kleur garen werkt, dan is het mozaïek effect weg, maar krijg je wel een mooi structuurpatroon. Dat is wat ik vandaag laat zien en je kunt ook meteen weer mee kijken hoe e.e.a. in zijn werking gaat.

Mijn oog viel bij Zeeman op deze bollen. Ik zag eerst het verloopgaren Cathy en de groentinten lagen er vlakbij. Dus de keuze was niet zo moeilijk.

Een dag later haalde ik er nog een bol frisgroen en een bol Cathy bij, want ik wilde niet het risico lopen om tekort te komen.

Even iets uitproberen natuurlijk, ik kon de verleiding niet weerstaan. Maar ik deed dit wel met de heen en weer methode, of ook wel inzetmethode genoemd waarbij je geen draden afknipt. Want dat vond ik natuurlijk zonde voor een proeflapje!

Ik was dik tevreden over de match van het verloopgaren Cathy met het andere groen van Royal.

En toen dacht ik 'waarom begin ik niet gewoon een dekentje met dit garen?' 

Ik ga je vertellen hoe ik te werk ging en misschien vindt je het wel leuk om ook mee te haken.

Je kunt er natuurlijk ook iets kleins van maken, zoals een kussenhoes, pannenlap of onderzetter, placemat, etui...

Je neemt dan voor het aantal steken een veelvoud van 5 plus nog 2 kantsteken.

Beschrijving Cathydekentje

Ik startte met een lossenketting van 127 lossen, plus 1 keerlosse en haakte 127 stokjes op de lossensliert. Hierbij gewoon normaal insteken. Aan het einde van de toer nog een losse haken om de draad te verankeren en dan afknippen op ong. 4 cm.

Baan 1 met appelgroen

Nu gaan we verder met de groene baan volgens de teltekening hieronder. Je begint bij toer 1

Uitleg over de teltekening baan 1

Je leest hem van onder naar boven en van rechts naar links.

Het herhalende patroon is steeds tussen de zwarte lijnen.

X = stokje haken in de voorste lus van de steek vorige toer 

Een groen leeg vakje = vaste haken in de achterste lus van de steek vorige toer, behalve bij de eerste en laatste steek want dat is je kantsteek en die haak je altijd door beide lussen.

Naast de zwarte lijn staat de kantsteek als groen vakje, dat is altijd een vaste in beide lussen van de steek eronder.

Elke toer hecht je aan met een nieuwe draad, dat kun je doen met een lus (zie hier) en dan maak je de kantsteek met een vaste in beide lussen van de steek eronder.

Elke toer eindig je met een kantsteek op dezelfde manier en haak je nog een losse extra om de draad te verankeren die je op zo'n 4 cm afknipt.

Toer 1: kantsteek, haak vasten in de achterste lus, kantsteek

Toer 2: kantsteek, (4 vasten in de achterste lus, 1 stokje in de voorste lus) herhalen, kantsteek

Toer 3: kantsteek, (3 vasten, 1 stokje, 1 vaste) herhalen, kantsteek

Toer 4: kantsteek, (2 vasten, 1 stokje, 2 vasten) herhalen, kantsteek

Toer 5: kantsteek, (1 vaste, 1 stokje, 3 vasten) herhalen, kantsteek

Toer 6: als toer 1

Toer 7: als toer 4

Toer 8: als toer 3

Toer 9: als toer 2

Toer 10: 1 stokje als kantsteek, 125 stokjes in de achterste lussen, 1 stokje als kantsteek in beide lussen

Baan 2 met frisgroen

Deze gaat bijna hetzelfde als de appelgroene baan, maar dan zonder stokjesrand.

Je kunt de toeren 1 t/m 9 van de appelgroene baan op dezelfde wijze haken.

Toer 10: als toer 1

De volgende keer komt Cathy aan de beurt met baan 3!