Meebreideken blok 42: Sneeuwklokjes (versprongen)

Heb je ze al gezien met hun prachtige kleine kopjes boven de grond? Ik vind het altijd weer vertederend...
Daarom wilde ik ook graag een blok met sneeuwklokjes maken. Maar in de breirol had ik dit ook al gedaan...

Ik wilde eigenlijk graag een ander blok maken, hoe leuk ik deze ook vind... In het Grote breistekenboek van Burda vond ik wat ik zocht..., patroontje 264... sneeuwklokjes ...., maar dan onderling steeds versprongen!

Blok 42: Sneeuwklokjes (versprongen)

Het aantal steken voor dit patroontje moet deelbaar zijn door 8 + 1 plus eventuele kantsteken. Ik heb gekozen voor 40+1 = 41 patroonsteken en aan beide zijden 2 ribbelsteken= 45 steken totaal.

Opzetten 45 steken en brei 3 naalden ribbelsteek

Ga verder met het onderstaande patroon.

Rechtsboven zie je het diagram, tussen de pijltjes staat de herhaling..
De plusjes kun je wegdenken, dat zijn kantsteken..

Afkortingen/uitleg:

·         rb.st = ribbelsteek

·         r.e.o. = rechte eenvoudige overhaling: 1 st. r. afhalen zonder te breien, 1 st. r. breien, afgehaalde steek erover heen halen

·         o = omslag

·         r.sbr = recht samen breien

·         r.d.o.= rechte dubbele overhaling: 1 st. r afhalen zonder te breien, de volgende 2 steken recht samenbreien, dan de afgehaalde steek hierover heen halen

Toer 1: 2 rb.st – 1 r – 2 r.sbr – 1o – (3 r – 1 o – 1 r.e.o. – 1 r – 2 r.sbr – 1 o) 4 x breien en dan eindigen met 3 r – 1  o – 1 r.e.o. – 1 r en 2 rb.st.

Toer 2 en alle even toeren: 2 rb.st – 41 av – 2 rb.st

Toer 3: 2 rb.st – 2 r.sbr – 1 o – 1 r – ( 1 o – 1 r.d.o.– 1 o – 1 r -1 o – 1 r.d.o.– 1 o– 1r ) 4 x breien en dan eindigen met 1 o – 1 r.d.o. – 1 o – 1 r – 1  o – 1 r.e.o. en 2 rb.st

Toer 5: 2 rb.st – 1 r.e.o. – 1 o – 1 r – (4 r – 1 o – 1 r.d.o. – 1 o – 1 r) 4 x breien, dan eindigen met 4 r – 1 o – 2 r.sbr. en 2 rb.st.

Toer 7: als toer 5

Toer 9: 2 rb.st – 2 r – 1 o – (1 r.e.o.- 1 r – 2 r.sbr – 1 o – 3 r – 1 o) 4 x breien en dan eindigen met 1 r.e.o. – 1 r – 2 r.sbr – 1 o – 2 r  en 2 rb.st

Toer 11: als toer 3

Toer 13: 2 rb.st – 3 r – ( 1 o – 1 r.d.o. – 1 o – 5 r) 4x breien, eindigen met 1 o – 1r.d.o. – 1 o – 1 r – 1 o – 1 r.e.o. en 2 rb.st

Toer 15: als toer 13

Toer 16: als toer 2

Herhaal deze 16 toeren een paar keer zodat je een lapje krijgt van 19 cm. Brei dan nog 3 of 4 naalden ribbelsteek en kant alle steken af.