En dan nu de wantjes voor Guus ...

Ja, dat had heel wat voeten in de aarde.... die wantjes van Guus.
Na de muts dacht ik 'hoppa, dat doen we wel even!'

Ik was al bijna klaar met het eerste wantje toen iemand zei 'hé, maak je ze zonder duim?'

Inderdaad, ik had daar eigenlijk niet zo over na gedacht. Voor een baby is het prima zonder duim, maar voor een peuter van 2,5 is dat minder geschikt.

Dus... roetsj.... de boel werd uitgehaald. Maar ik had geen goed patroon van een kinderwantje met het aantal steken wat zo ongeveer overeen komt met wat ik nodig had.

Ik wilde natuurlijk dat Noorse motief van de muts in de wantjes hebben, en dat heeft een veelvoud van 16 steken. Nou, 32 steken was te weinig en 48 steken teveel... 

Toen bedacht ik dat het misschien handig was om op dunnere naalden te gaan breien. Dat leek uitstekend te gaan en naar aanleiding van een algemene beschrijving probeerde ik dan toch een want met duim te breien. De steken voor de duim liet ik even op een veiligheidsspeld staan en ik maakte eerst de want verder af. Het afronden bovenaan ging al niet naar mijn zin...

Maar wat een geknoei om later de duim te breien en weer steken op te nemen! En het werd geen mooie duim, maar een raar uitsteeksel... Grrrrrr....

Nou, er waren heel wat struikelblokken:

- het dealen met het aantal patroonsteken

- de manier waarop je de duim maakt

- het minderen en afkanten van de top van de want

Ik heb misschien wel 5 verschillende pogingen gedaan en telkens was ik wèèr niet tevreden.

Tenslotte las ik ergens op internet dat het veel gemakkelijker is om eerst de duim verder te breien en de andere steken te laten wachten. En toen ik dat probeerde, was ik het daar roerend mee eens!

Hieronder beschrijf ik hoe ik de wantjes uiteindelijk heb gemaakt. Het eerste deel is heen en weer gebreid, en pas vanaf de start van het 'stermotief' ben ik in de rondte gaan breien met 4 bamboenaaldjes.

1. Op lange naald 48 steken opzetten en 16 toeren 2 r- 2 av heen en weer breien. Dan een toer recht aan de voorkant waarin je 3 steken meerdert (ik meerder door het lusje tussen 2 steken op te nemen en deze recht verdraaid te breien omdat je dan geen gaatje ziet): na de 2e steek, na de 23e steek en na de 46e steek. 

2. Nu volgt het blokjesmotief (ook nog heen en weer breien), waarbij ik aan de achterkant begon met averecht, steeds afwisselend een steek met zwart en met geel. In de volgende naald (voorkant recht breien) laat je de kleuren wisselen. Deze twee naalden nog een keer herhalen zodat er 4 blokjestoeren zijn.

3. Met geel verder gaan (nog steeds heen en weer breien) en vanaf nu meerderen voor de duim (handig om steekmarkeerders te gebruiken):24 recht - stk markeerder - 1stk meerderen - 3 stk r. - 1stk meerderen - stk. markeerder - 24 recht

4. Averechte toer terug breien zonder meerderen.

5. Toer 3 en 4 steeds herhalen totdat je 13 steken hebt tussen de markeerders.

6.Nu eerst de duim afbreien en de 24 steken aan beide kanten laten rusten/eventueel op steekhouder zetten als je dat gemakkelijker vindt. Brei 11 naalden tricotsteek over de 13 steken van de duim. Dan minderen aan de voorkant door de hele naald 2 stk recht samen te breien, averecht terug aan de achterkant en dan aan de voorkant weer steeds 2 stk r. samenbreien. De draad afknippen op 15 cm en door de overige steken halen en meteen de duim met de matrassteek dichtmaken.

7. Vanaf nu ben ik rond gaan breien met 4 bamboenaalden en heb ik het Noorse motief van de muts in de wanten gebreid over 48 steken. 

8. Na dit motief met geel 5 toeren verder breien in het rond en dan starten met afkanten voor de top van de want.

9. In de 1e en 3e naald; 1 r - 1 rechte overhaling- recht tot einde van de naald. In de 2e en 4e naald: recht breien tot de laatste 3 steken - 2 steken r. samenbreien - 1 recht.

10. Alle steken recht breien,

11. Herhaal 9 en 10 nog één keer.

12. Alle naalden en alle steken 2 recht samenbreien. Volgende naald helemaal recht. Verdeel de 10 steken nu over 2 naalden

13. Herhaal stap 12

14. De overige steken (5 per naald) met de Kitchener steek afwerken.